Kerst in het hart van ons leven |
Het kan zo gewoon en bekend zijn om op Kerst het geboorteverhaal van Jezus te horen. We tuigen de kerstboom op en op veel plekken is het kerststalletje er onder gezet. Na Kerst gaat het stalletje samen met de andere versieringen weer in een doos. Op naar Oud en Nieuw. Maar. . . lezend in het Kerstverhaal blijven zinnetjes haken die wijzen op meer dan een stalletje in de koude nacht.
Voor hen was geen plaats . . . (2:7)
Vader en moeder werden weggestuurd, de nacht in. Ze werden aan hun lot overgelaten. Dit raakt aan de onherbergzaamheid en kou van ónze wereld. Het maakt het Kerstverhaal actueel; in de hoop dat er wel onderdak geboden wordt aan wie zoekend is naar warmte en geborgenheid, dat mensen worden opgevangen in de nood van hun leven.
Herders brachten de nacht door in het veld . . . (2:8)
Het zijn niet de geleerden en politici die als eersten worden opgezocht. Herders, ruwe klanten die in nacht en ontij hun dagelijks brood verdienen, krijgen het goede nieuws te horen. Het gaat niet om uiterlijk vertoon, maar om hoe wij in alle eenvoud het goede nieuws van Jezus’ geboorte ontvangen. Hoe zal ik U ontvangen?
Allen stonden verbaasd . . . (2:18)
Op een of andere manier is voor omstanders niet zo eenvoudig te doorgronden waarom de herders jubelen. Je hebt niet zomaar door wat er met de geboorte van Jezus gebeurt. Het, of liever, Hij vraagt nabijheid en verdieping. Kan het zijn dat verbazing nog moet groeien naar verwondering, naar geloof? En dat roept de vraag op: wat doet Kerst met ons, met u en mij? Wat roept het wakker, en wat brengen wij naar buiten door de nacht heen?
Maria bewaarde al deze woorden in haar hart. . . (2:19)
Kerst is kleiner dan wij het vieren. De geboorte van Jezus is ook stof tot nadenken, tot stille overweging. Gods licht en liefde in de gestalte van een kind zoekt woning in ons hart. En wat bewaren wij dan in ons hart als Kerst weer achter de rug is?
De herders gingen terug (2:20)
De herders bleven niet staan bij de kribbe, maar kwamen weer in beweging, terug de wereld in. Daar wil het licht van Kerst gaan schijnen. Hoe brengt dit verhaal van Gods weerloze overmacht en liefde ons in beweging om zingend door de nacht te gaan? Om Gods licht en liefde vol ontferming verder te dragen op alle plekken waar de nacht diep is en de roep om ontferming groot?
Kerst vieren mag warm en kostbaar zijn, met hoopvolle ondersteuning voor wie in het bijzonder op deze dagen kwetsbaar zijn. Maar we worden ook van harte genodigd om het verhaal van dit kind verder te dragen tot heil en zegen van mens en wereld.
Wij wensen u en jou gezegende feestdagen en de blijvende nabijheid van God die alle leven draagt met de liefde van zijn Zoon Jezus Christus.
Predikanten en kerkelijk werkers van de Protestantse gemeenten in Woerden:
Hans Berkheij, Cathy de Goede, Martine van der Herberg, Michel Koekkoek, Jacco Overeem, Gertjan Robbemond, Sarah Sendra, Jan Willem Stam en Bastiaan Visser.
Voor hen was geen plaats . . . (2:7)
Vader en moeder werden weggestuurd, de nacht in. Ze werden aan hun lot overgelaten. Dit raakt aan de onherbergzaamheid en kou van ónze wereld. Het maakt het Kerstverhaal actueel; in de hoop dat er wel onderdak geboden wordt aan wie zoekend is naar warmte en geborgenheid, dat mensen worden opgevangen in de nood van hun leven.
Herders brachten de nacht door in het veld . . . (2:8)
Het zijn niet de geleerden en politici die als eersten worden opgezocht. Herders, ruwe klanten die in nacht en ontij hun dagelijks brood verdienen, krijgen het goede nieuws te horen. Het gaat niet om uiterlijk vertoon, maar om hoe wij in alle eenvoud het goede nieuws van Jezus’ geboorte ontvangen. Hoe zal ik U ontvangen?
Allen stonden verbaasd . . . (2:18)
Op een of andere manier is voor omstanders niet zo eenvoudig te doorgronden waarom de herders jubelen. Je hebt niet zomaar door wat er met de geboorte van Jezus gebeurt. Het, of liever, Hij vraagt nabijheid en verdieping. Kan het zijn dat verbazing nog moet groeien naar verwondering, naar geloof? En dat roept de vraag op: wat doet Kerst met ons, met u en mij? Wat roept het wakker, en wat brengen wij naar buiten door de nacht heen?
Maria bewaarde al deze woorden in haar hart. . . (2:19)
Kerst is kleiner dan wij het vieren. De geboorte van Jezus is ook stof tot nadenken, tot stille overweging. Gods licht en liefde in de gestalte van een kind zoekt woning in ons hart. En wat bewaren wij dan in ons hart als Kerst weer achter de rug is?
De herders gingen terug (2:20)
De herders bleven niet staan bij de kribbe, maar kwamen weer in beweging, terug de wereld in. Daar wil het licht van Kerst gaan schijnen. Hoe brengt dit verhaal van Gods weerloze overmacht en liefde ons in beweging om zingend door de nacht te gaan? Om Gods licht en liefde vol ontferming verder te dragen op alle plekken waar de nacht diep is en de roep om ontferming groot?
Kerst vieren mag warm en kostbaar zijn, met hoopvolle ondersteuning voor wie in het bijzonder op deze dagen kwetsbaar zijn. Maar we worden ook van harte genodigd om het verhaal van dit kind verder te dragen tot heil en zegen van mens en wereld.
Wij wensen u en jou gezegende feestdagen en de blijvende nabijheid van God die alle leven draagt met de liefde van zijn Zoon Jezus Christus.
Predikanten en kerkelijk werkers van de Protestantse gemeenten in Woerden:
Hans Berkheij, Cathy de Goede, Martine van der Herberg, Michel Koekkoek, Jacco Overeem, Gertjan Robbemond, Sarah Sendra, Jan Willem Stam en Bastiaan Visser.